Deel dit bericht

Hoe heerlijk is het te genieten van een goed gesprek. Een gesprek met aandacht voor elkaar, goede vragen, stilte, zoekende antwoorden. Vaak met een lach, soms ook met een traan. Meestal nogal wat gefrons. En zonder onderbrekingen.

Het belang van luisteren is niet te onderschatten. Luisteren naar wat jij en je omgeving nodig hebben. Echt luisteren. En gelukkig kan je het oefenen. Want beter luisteren leidt tot beter spreken en dus tot betere gesprekken, relaties en samenwerkingen.

Wie is er dan allemaal om naar te luisteren? Wel iedereen die jij belangrijk genoeg vindt. Je wil vast luisteren naar jezelf, je klanten, je partners, je geliefden. Of misschien net wel naar die toevallige vrouw naast je op de trein.

Wat maakt vragen zo belangrijk? Het zijn openbrekers. Een goede vraag is de sleutel tot het opentrekken van een situatie waarin je vast zit. Het is de eerste stap om uit de tunnelvisie te breken die je in de status quo houdt. En mensen willen groeien. Niet?

Wat zijn goede vragen? Kijk, dat is dus een goede vraag. Niet die op het einde van de vorige paragraaf. Dat is iets anders. Goede vragen zijn open vragen waarop het antwoord werkelijk niet gekend is op het ogenblik dat je de vraag stelt. Dus wanneer het eerste antwoord stilte is, geen paniek. Dat is helemaal logisch en noodzakelijk. Meestal het teken van een goede vraag. Goede vragen zijn open vragen die beginnen met de woorden wie, wat, waar, wanneer, hoe, waartoe, hoezo. Maar vermijd waarom vragen. Waarom vragen zetten een soort van hiërarchische verhouding (de één moet de ander verantwoording afleggen) en dat is niet wat je wil binnen een evenwichtig gesprek. Ook niet met jezelf. Waarom vragen dwingen vaak tot defensief gedrag en activeert bovendien voornamelijk het rationele brein. Terwijl we dit niet altijd willen. Het betekent niet dat wanneer je het oneens bent, je de oorzaak van het meningsverschil niet kan onderzoeken en delen. Je kan het onderzoeken door vragen zoals “Wat maakt dat….?” Of “Hoe komt dat …?” Verklaringen bieden beide gesprekspartners inzicht en dus ruimte voor een positief vervolg.

Hoe en waar vind je jouw goede vragen? Goede vragen zitten overal. Vaak in jezelf. Maar niet altijd. Het is beter ze te vinden dan ze te gaan zoeken. Voor sommigen lukt het om rustig met zichzelf te gaan zitten en de juiste vragen te vinden. Of een stukje te schrijven. Anderen dienen eerst in beweging te komen, vaak in nieuwe contexten en ontmoetingen met anderen te gaan zodat de vragen naar hen toe komen. Zo sprak ik onlangs iemand die de site van de nieuwe school van haar zoon bezocht, er zo aangenaam door verrast werd en zich de vraag stelde “Welke opleiding zou ik hier willen volgen?” Nog anderen vinden de vragen makkelijker onder de vorm van een gesprek. Of wanneer ze iets kunnen herkennen, iets kunnen zien dat de vraag tot leven brengt. Online vind je ze meestal niet. Daar zoek je de vragen, maar het vinden van de juiste vragen die nu werkelijk van belang voor je zijn, vindt meestal plaats in een ervaring in het echte leven.

Computers are useless. They can only give you answers. (Pablo Picasso: 1881 – 1973)

Het plan is te eindigen met probleemoplossende vragen. Want je doel is tenslotte het gesprek (met jezelf of iemand anders) te beëindigen met een overeengekomen actiepunt richting een oplossing.

Mijn drie vragen voor jou. Het meesterschap van een coach ligt in het uitstekend beheersen van de basisvaardigheden. Niet in de ingewikkelde modellen, wel in het stellen van de juiste vragen. En niet alleen tijdens de coachingsessies, ook via deze weg. Daarom heb ik drie vragen voor je geformuleerd waarop ik jouw antwoord heel graag lees. Zo kan ik naar je luisteren in de uitwerking van de “Doen wie je bent Academie”. Benieuwd? Ga maar kiezen!

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontvang de nieuwsbrief

Tweemaandelijks inspiratie in persoonlijke ontwikkeling voor ondernemers en leiders inclusief het gratis ebook “Waarom de meeste ondernemers werken met mensen moeilijk vinden. En hoe dat niet zo hoeft te zijn.”