Afstoffen

Ik kom wel eens in een museum. Meestal met klanten voor coaching in het MSK in Gent. En hoewel ik de collectie daar intussen beschouw als mijn vertrouwde vrienden, doet ze telkens een verrassende frisse wind door me waaien.

Aandacht schenken aan de interactie tussen een kunstwerk en de kijker werkt bijzonder verhelderend en aanvaardend. Meestal wandel ik er binnen met een agenda in mijn hoofd plus een lijst actiepunten. Maar drop deze spontaan zodra mijn spullen opgeslagen zitten in de locker beneden en ik de eerste ruimte binnen wandel. Mijn klanten wandelen binnen met een bepaalde verwachting, een gezonde vorm van spanning, een hoop vragen soms. Maar vooral met een gevoel van onbestemdheid. “Wat gaat dat hier geven?” klinkt er in hun hoofd. Beladen met een gevoel van enthousiasme, nieuwsgierigheid, energie. Of met een gevoel van angst en kwetsbaarheid. Of gestuurd door een stevige interne criticus.

En telkens opnieuw is het voor hen en mij een bevrijdende ervaring. Alsof het binnenwandelen in het museum, het overschakelen naar de zelfreflectiemodus en de overgave aan de kunstbeleving volstaan om het stof weg te vegen. Soms is het laagje per laagje vegen tot je bij die goed verborgen kern van je komt. Soms wordt het stof er in één ruk afgeblazen door de krachtige energie van een bepaald werk. Om zo op een erg kwalitatieve en vriendelijke manier te komen tot je kern die je misschien vergeten was door de vele stoflagen die er met elke ervaring, elk jaar, elke opdracht, elke ruzie, elke teleurstelling, elk succes, elk verwezenlijking bij kwam.

En dat terwijl we onze dagen doorgaans doorbrengen in een rush van jewelste. Met af en toe van die heel bewuste en geplande ontspanningsmomenten. En dan moet het ook gebeuren dat ontspannen. Want anders is er geen ruimte meer voor in de rest van de week. Want die zit propvol. Als we niet oppassen laten we ons leiden door een wereld met een onmogelijk ritme vol systemen die geen steek houden als je ’t mij vraagt. Maar gelukkig loopt het ook anders voor sommigen.

The world today doensn’t make sense. So why should I paint pictures that do? (Pablo Picasso, 1881 – 1973)

Dus ja, drop it. Laat alles even voor wat het is en trek naar het museum. Of de natuur in. Alleen, met twee of in een klein groepje, met of zonder begeleiding. Maar hoe dan ook, doorbreek je vaste patronen nu en dan om een frisse wind door je hoofd, hart en buik te laten waaien.

Wat kan jij hier deze week nog voor verzinnen? Wordt er een bespreking geannuleerd? Uitstekend. Vul die tijd niet op met andere besprekingen, werk of huishouden, maar met een museumbezoek of natuur. Of misschien hoef je dit weekend echt niet de hele tijd aan de zijlijn de sportwedstrijd van je kinderen te volgen. Misschien kan je hen wel brengen en voor één keer die paar uurtjes op een andere manier doorbrengen? Al is het maar een klein uurtje. Net genoeg om het museum binnen te gaan. Er vlotjes door te wandelen en met een paar werken te verbinden. Benieuwd wat jullie er van maken!

Dit is één van mij lievelingswerken uit de collectie van het MSK. Mijn escapistische drang doet me er intens mee verbinden. Mijn verlangen naar natuur, rust, stilte en verdieping wordt er door aangewakkerd.

H.Bosch_MSK
JHERONIMUS BOSCH DE HEILIGE HIËRONYMUS (H: 80,1 cm x B: 60,6 cm, Olieverf op paneel , ca 1500, MSK Gent)

Op dit paneel stelt Jheronimus Bosch zijn naamheilige voor als boeteling. Kerkvader Hiëronymus trok zich op zijn 38ste voor een tijd terug uit het openbare leven om een ascetisch leven te gaan leiden. Heiligen waren in Bosch’ tijd, volgens Paul van den Broeck, “positieve rolmodellen”. Zij toonden de weg van een zondig bestaan naar een leven met een hoger, maar toch nog haalbaar peil. Het ultieme voorbeeld van de mensgod Christus bleef per definitie ‘onnavolgbaar’. Jheronimus Bosch schildert maar weinig heiligen. Vooral de kluizenaars genieten zijn belangstelling, onder wie Antonius en Hiëronymus. Deze wijze mannen verzaakten radicaal aan de wereld met al zijn kwalijke verleidingen. Zij waren voor Bosch toonbeelden van zelfbeheersing, standvastigheid, zelfkennis en draagkracht. Dat zijn niet toevallig kwaliteiten die perfect passen in de ideologie van de stadsburger uit Bosch’ tijd en in het denken van veel humanisten. Ook Bosch hekelt vaak aardse strevingen. De kluizenaars bieden hem de kans om een van zijn favoriete bezigheden te beoefenen: het uitbeelden van het verleidelijke kwaad dat in alle hoeken en kanten dreigt. Hier ontdek je er meer over.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *